Hulpmiddelen voor werkmethode

Een standaard voorstel voor workflow

Bij uitvoeren van een basiswerkmethode, zijn de primaire gebieden om te overwegen:

  1. Belichting: Witbalans.

  2. Kleur: Witbalans.

  3. Zwart- en witpunten: Witbalans of Niveaus aanpassen.

  4. Contrast: Curves aanpassen.

  5. Verzadiging: Witbalans, Levendig of Tint/Verzadiging/Lichtheid.

  6. Grootte wijzigen (interpolatie): Grootte wijzigen.

  7. Verscherpen.

  8. Digitaal Assetbeheer (tags toepassen, opschriften, waardering, geo-locatie, opslaan onder nieuwe naam).

We bevelen deze volgorde van stappen voor bewerken van afbeeldingen aan om optimale fotografische kwaliteit voor het eindproduct te verzekeren. Speciaal, doe nooit verscherpen voor de laatste stap. En we bevelen aan een verliesloos formaat zoals PNG of TIFF aan voor opslaan van foto’s. Anders zult u elke keer een beetje verlies hebben bij het opslaan van de resultaten. Als u het kunt lijden, gebruik 16 bits/kanaal voor uw beste opnamen. Als u kleurruimte wilt wijzigen, speciaal als u wilt werken in CIEL*a*b, dan is 16 bits per kanaal vereist om effecten van afkorten te vermijden.

Als u stap 4. en 5. wilt omwisselen, dat is goed mogelijk als het originele contrast al heel goed is, dan kunt u de eerste 4 wijzigingen doen in hetzelfde hulpmiddel, de Witbalans.

Veel van de hulpmiddelen die u nodig heeft bij fotobewerking zitten in digiKam. Hun beschrijving volgt hier:

Gemeenschappelijke functies van hulpmiddelen voor bewerken

Alle afdelingsbewerkingshulpmiddelen zoals verscherpen, doezelen, ruisreductie, opnieuw focussen, masker voor onscherpte etc. gebruiken een gemeenschappelijke dialoogstijl die het effect als voorbeeld toont voordat het filter wordt toegepast op de huidige afbeelding. Hieronder ziet u het hulpmiddel Solariseren in actie met gebruik van de gemeenschappelijke dialoogvorm:

Het effect Solariseren is een gemeenschappelijk hulpmiddel om foto’s te bewerken

Zie de lijst met gemeenschappelijke beschikbare gebieden in alle hulpmiddelen:

  • (1): de zeven knoppen linksboven selecteren de vergelijkingsstijl van het voorbeeldgebied. De modi zijn:

    • Oorspronkelijke afbeelding.

    • Verticaal splitsen zonder doublures: het linker deel toont het origineel terwijl de rechterzijde het filter toont, toegepast op de voortzetting van het geselecteerde zoomgebied.

    • Horizontaal splitsen zonder doublures: het bovenste gebied toont het origineel terwijl op het onderste deel het filter is toegepast op de voortzetting van het geselecteerde zoomgebied.

    • Verticaal splitsen: het linker gebied geeft het origineel en het rechter het filtereffect ter vergelijking.

    • Horizontaal splitsen: Het bovenste gedeelte toont het origineel en het onderste het filtereffect ter vergelijking.

    • Effectvoorbeeld: dit is een live-effect voorbeeld zonder vergelijking.

    • Stijl Muis boven: voorbeeld wordt getoond wanneer de muis buiten het voorbeeld is (in het instellingengebied), anders wordt het origineel weergegeven.

  • (2): er zijn twee knoppen die omgeschakeld kunnen worden om overbelichting of onderbelichting te tonen. De kleuren kunnen worden aangepast in de instellingenpagina Instellingen van de afbeeldingsbewerker.

  • (3): het voorbeeldgebied . Klik en sleep met de muis om het te verplaatsen op de afbeelding. Het voorbeeldgebied links van de dialoog wordt dienovereenkomstig aangepast.

  • (4): het instellingengebied van filter of hulpmiddel.

  • (5): de zoomschuifregelaar en knoppen om het werkveld en zoomniveau van het voorbeeld te wijzigen.

  • (6): er is een voortgangsindicatie voor het hulpmiddel met bijbehorende berekeningen in de bewerkingsfase, anders wordt de bestandsnaam getoond.

De hulpmiddelen van de afbeeldingsbewerker zijn beschikbaar als plug-ins dynamisch geladen bij opstarten en te configureren in de Opzetdialoog. Lijst met hulpmiddelen is onderstaand gegeven:

Notitie

Al deze hulpmiddelen zijn ook beschikbaar in het tabblad hulpmiddelen in de rechter zijbalk van de afbeeldingsbewerker.

Het tabblad Hulpmiddelen in de rechter zijbalk van afbeeldingsbewerker van digiKam

Raw-werkmethode

Een typisch RAW bewerkingsvolgorde met digiKam kan uit de volgende stappen bestaan:

  • De voorkeuren voor RAW-conversie en kleurbeheer instellen:

    • Haal de ICC-kleurprofielen voor de camera, scherm en printer op

    • digiKam juist instellen door een kleurwerkruimte te definiëren.

  • Instelling van witpunt van camera.

  • Mozaïek verwijderen (omvat interpolatie, ruis filteren en chromatische aberratie corrigeren)

  • Conversie naar een kleurruimte.

  • Gammacorrectie, toon overeen laten komen.

  • Kleurprofieltoewijzing.

  • Dynamisch bereik vergroten (optioneel).

  • Ga door met standaard werkmethode.

Vanaf daar is alles eenvoudig, selecteer een RAW-afbeelding en open het in de bewerker Het hulpmiddel voor Raw importeren wordt weergegeven nadat de afbeelding is verwerkt om kleurweergave aan te passen. Zonder kleurbeheer zijn alle afbeeldingen erg donker, dit is normaal. U kunt experimenteren met de verschillende profielen die u hebt om het beste invoerprofiel voor uw afbeelding te selecteren (sommige zijn zeer neutraal, zelfs een beetje saai, sommigen geven wat meer verzadigde resultaten, etc.).

Het hulpmiddel RAW importeren biedt het laden van digitale negatieven in de afbeeldingsbewerker